Grijze en groene opknapbeurt
De schilders hebben de hele gevel aangepakt en ook mijn balkon kreeg een opknapbeurt. Mijn hele ecosysteem moest geëvacueerd worden.
Het resultaat was echter prachtig. De verf heeft een mooi korrelstructuurtje. Ik wil er wel een badkamervloertje van… die is nl. al jaren versleten. Oh… oh… oh… wat is het mooi en lekker netjes!
Nu is het echter wel leuk geweest… na ruim een maand ben ik het strakke vloertje zat. Het is koud en hard en glad. Tijd voor wat houtsnippers. Alle dieren wachten ook op een asiel.
Eerst leg ik een raster aan om de afvoer van de regenpijp vrij te houden.
Dan is het tijd voor het leuke werk. Het storten van de snippers. Het voelt meteen of ik weer ‘thuis ben’… ja ik ben sowieso thuis, maar de zachtheid van de snippers onder mijn voeten is heerlijk en ook de geur en de kleur is aangenaam.
Tijd om het verder aan te gaan kleden met andere Groene Elementen >>.
Als ik een oude tak doorzaag voor de houtstapel zie ik dat de schimmels een aantasting hebben gemaakt in de vorm van een Yin-Yang-teken! Is het een signaal dat er nu al een goed ecologisch evenwicht op mijn balkon is?
Permalink Comments off
Frisse oever
Na de Grande Bouffe (zie vorige bericht) is de oever weer schoon en fris. De lente breekt nu echt aan. We krijgen tijdelijk bezoek van een paartje Canadese ganzen. Een onverwacht gezelschap en ik heb ze nooit eerder gezien hier.
Ook Paddo, onze lokale exoot - een Roodwangschildpad - die in 2014 opeens verscheen uit het niets, heeft de winter overleeft. Dat doet me deugd want het is me een raadsel waar en hoe hij overleeft.
We zijn er aan gewend om hem oude broodrestjes te voeren en ik ben aan hem gehecht geraakt. Je kunt aan een schildpad niet echt zien of hij mager is… een schildpad is mager van binnen.
Ook zie ik een wezentje dat ik ken uit mijn jeugd. Hij verscheen wel eens in mijn emmertje en deed ons kinderen vaak huiveren. Aanraken durfden we hem niet, deze Waterschorpioen (Nepa cinerea)
Eigenlijk durf ik het nog steeds niet al is het een onschuldige wantssoort, maar mijn angst overwinnen vind ik niet nodig… ik laat hem rustig zonnen. Ik heb hem al 45 jaar niet gezien, schat ik. Een klein wonder…
Rattenbende
Als ik aankom op mijn Franse landje is de paddentrek net begonnen. De eerste dagen kom ik op diverse plaatsen padden tegen die onderweg zijn naar de grote vijver.
De ratten hebben bij mijn afwezigheid flink huisgehouden en een complete gangenstad onder en rondom mijn caravan aangelegd. Ma Poes is sinds deze winter spoorloos verdwenen… het is feest voor ze.
Al snel valt het me op dat er ’s ochtends langs de oever van de vijver dode paddenlijken liggen. Eerst lijkt het of ze gespietst zijn. Is het een reiger? Nee, die eet ze meteen op! Is het misschien een ijsvogel? “Door de bewegingen van de parende padden wordt de ijsvogel getriggerd en slaat de pad aan in een woeste duik. Vervolgens weet hij niet wat hij met het veel te grote paddenlichaam aanmoet en laat het met veel moeite op de oever ploffen”, zo stel ik mij voor.
Het raadsel blijft onopgelost tot het moment dat ik in mijn bijkeuken bezig ben met werkzaamheden om van deze ruimte een lounge-hoek te maken en hier ook op een rattengang stuit. Ik kom verschillende verse paddenlijken tegen… in gangen… onder planken. Dit is voor een ijsvogel een onmogelijke reis, de ratten hebben het gedaan! Waarom eten ze padden niet op?
Langzaamaan raakt het bezaait met lijken langs de oever. Ik zie de daad van doden nooit. In mijn fantasie zie ik de ratten ’s nachts in een blinde razernij alles pakken en doden wat ze tegenkomen, puur uit wellust. De padden zijn een makkelijke prooi, dom en dronken als ze zijn van het paringsspel.
Na enkele dagen sta ik te zagen op mijn geïmproviseerde balktafel op gasbetonblokken. Bah… ik ruik zo langzamerhand overal rottende paddenlijken. Tegen de betonblokken staat een plaat hout. Ik haal deze weg en zie dat de ratten een klont paddenlijken hebben verstopt in een holte van een blok.
Hetzelfde gebeurt in mijn houtopslag… IK RUIK HET WEER! Onder de bodemplank van de kast onder de werktafel ligt een enorme berg lijken opgestapeld in een hoek. Ik tel er dertien.
Ik gun de ratten hun leven maar dit valt me zwaar. Deze genocide op een uitstervende soort! En dan ook niets opeten!
Zelfs als ik in bed lig komt de geur me tegemoet. Ik ga er uit om te inspecteren en ja, onder een plateau naast mijn raam is een holte gegraven en bedekt met stukjes versnipperd papier en plastic. In deze geïsoleerde kom liggen wederom dertien lijken… ze doen het er om.
Na ruim twee weken beginnen de lijken een zoutige rijpe geur af te geven. Opeens worden de padden aangevreten. Binnen vier dagen zijn ze allemaal op! Dat is de oplossing van het niet opeten! Ratten houden van rijp vlees!
’s Avonds zie ik in de schemer vanuit mijn hut een uil laag over de oever scheren en landen op en takkenstapel in de buurt. Ik ga rustig slapen.
Ecovillage en Leach Pottery
Wildplukker voltooide onlangs twee schilderijen. De eerste, Ecovillage 1, spreekt voor zich…
… de tweede is geïnspireerd op het werk van pottenbakker/kunstenaar Bernard Leach en de vele ’studio potteries’ die in zijn navolging de wereld van de ambachtelijke pottenbakkers opnieuw veroverden.
Meriansborstelrups
Wildplukker en Strootje kwamen deze prachtige rups tegen. Het is de Meriansborstelrups (Calliteara pudibunda). De vlinder heet Meriansborstel maar lijkt helemaal niet op een borstel maar eerder op een fluweelzacht bontje.
Wildplukker kwam hem deze maand precies tien jaar geleden ook al tegen, zie Smakelijke melkzwammen >>, en noemde hem oneerbiedig WC-borstelrups.
Haar feestelijkheid doet me nu meer denken aan een Medusakwal die mij ooit inspireerde tot mijn onderstaand nimmer voltooid kunstwerk ‘Medusa’.
Misschien over tien jaar…
De natuur behagen kan vanaf nu
Na er lang met hart en ziel aan gewerkt te hebben - en met veel hulp van Strootje - is mijn boek ‘De natuur behagen’ verschenen!
OVER DE INHOUD:
Ik geef het uit in eigen beheer en heb me ook maar als uitgever bij de Kamer van Koophandel laten inschrijven. Wildplukker Boeken is geboren!
Dat roept verwachtingen op wellicht dus ik ben reeds bezig met een tweede titel, maar daarover later meer.
Ook Pierre du Moulin heeft me geholpen want een boek schrijven is niet makkelijk als je het nog nooit eerder gedaan hebt. Met de fotografie, illustratie en vormgeving had ik minder moeite dan normaal want ik was nu mijn eigen klant. Da’s ook wel eens heel fijn.
Het combineren van de verschillende disciplines tot het maken van een boek is erg leuk om te doen. Ik heb wat eigen kunst verwerkt en heb zelfs uit enthousiasme een eigen lettertype ontworpen dat ik voor initialen heb gebruikt:
De natuur behagen
Paperback, 140 blz. - 21×15cm
met ruim 150 kleurenafbeeldingen
€ 17,50 (verzendkosten € 4,50)
ISBN 978-94-92448-00-2
BESTELLEN:
€ 22,00 (17,50 plus 4,50 verzendkosten)
op
NL02 RABO 0318 0427 46
tnv. M.N. van der Molen, te Amsterdam
O.v.v. Natuur Behagen en je naam en adres
Kleine beestjestuin 1
Wilgenman heeft Wildplukker gevraagd om bij te springen bij de aanleg van een natuurspeeltuin bij de Koetsveld-school in Watergraafsmeer.
Hij heeft het erg druk om alles voor de Kerst af te krijgen en ik mag invulling geven aan de Kleine beestjestuin op een strook van 4 x 20 meter aan de donkere westkant van de school.
Ik maak aan de hand van de wensen van Wilgenman een eerste schets en hij gaat met enkele wijzigingen als snel accoord.
Wildplukker heeft grootse plannen en onder het motto “BIOMASSA = WONINGBOUW” laat hij grote hoeveelheden dood hout aanslepen. Wilgenman moet er nog even aan wennen maar ziet al snel de voordelen. Dood hout is immers de woningbouw voor kleine beestjes. Hoe meer hout, hoe meer bewoners.
Het hout is al snel op en we gaan er op uit om meer te halen. En nog meer. Zelf struin ik meerdere malen een strook langs de Gooise weg af waar ze bezig zijn met kappen en snoeien en sleep vele mooie rotte stammen weg voor het in de versnipperaar verdwijnt. Het is (mid)dagenlang sjouwen en Wildplukker is het duidelijk niet meer gewend.
Het is nooit genoeg als je een overvloedige natuur wil aanleggen dus laat ik ook 4-5 kuub houtsnippers komen en verzamel bij de kinderboereij ernaast en op straat een paar kuub bladeren van afgelopen herfst. Ik neem karton mee en de agrarische school om de hoek laat ik snoeiafval brengen.
Mijn palet is gevuld en ik kan beginnen met de natuurbouw.
Al snel krijgt alles zichtbaar gestalte. Als ik een pissebed of pad was zou ik het hier wel naar mijn zin hebben. De pissebedden zijn sowieso al in het dode hout meegekomen en de eerste Oesterzwammen komen al te voorschijn, vergezeld van Judasoren.
We zijn voor de Kerst zo goed als klaar. De rest doen we in het nieuwe jaar. Ik neem eind januari uit Frankrijk het nodige plantmateriaal mee en tevens vulling voor de kuipvijvers. De planten staan in de grond, de eerste sneeuwklokjes komen al op. De laatste houtwalletjes worden afgerond en dan kan het bewonersproces gaan beginnen!
De komende maanden zal ik nog het een en ander aanpassen maar ik maak alvast een plattegrond voor de school.
Wordt vervolgd…
IJzersulfaat oogst van allure
Bijna tien jaar kweek ik met regelmaat IJzersulfaatkristallen voor gebruik bij het determineren van russula’s (zie: Kristallen kweken >>)
Omdat de voorraad op was en het zout inmiddels een beetje oud begon te worden, dat wil zeggen dat het nogal oxideerde en wit uitsloeg, besloot ik alles maar op te lossen in lauw water, net zolang tot de oplossing verzadigd was.
Het geheel zette ik weg in twee grote emmers met daarin wilgenstokjes. “De kristallen kunnen dan lekker ergens aan vast groeien”, was mijn gedachte.
Dat was vorig jaar november toen ik mijn huis weer eens aan het opruimen was.
De vorige ronde had drie jaar nodig om tot kristallen van enig formaat te komen dus ik verwachtte er niet veel van. Tijdens alweer een opruimronde besluit ik even te kijken hoe het er bijstaat en totale verbijstering overmant mij als ik zie wat er in de emmers is gebeurd!
Aan enkele takken zitten enorme kristallen. Zo groot heb ik ze nog nooit gezien!
Ik voel dat er op de bodem nog meer ligt en haal een frituurschep. Flinke kristallen in overvloed… en dat na slechts enkele maanden. Het is een wonder.
Amper bijgekomen van al dit moois schep ik verder. De kristallen zitten in een koek op de bodem aan elkaar vastgeplakt en ik moet ze eerst lospeuteren. Eén brok lijkt aan elkaar te klitten en ik schep hem op. Het volgende wonder brengt opnieuw een golf van verbijstering. Het blijkt één groot megakristal. Het is bijna een hand vol!
Mijn mycofielhart is vol van opwinding. Het zout is nu op, maar de laatste kweek is een megaknaller. Mycofielen… de winkel is weer geopend!
Wildplukker winkel
Wildplukker is een online winkel begonnen! Het idee is er al lang maar nu is het er van gekomen.
Mislukte wortelen
Als ik een gemengd bedje inspecteer zie ik nog enkele vergeten wortelen robuust boven de aarde prijken. Dikke oranje schijven van zo’n 4 cm breed beloven veel worteloogst. Dat wordt smullen!
Spoorzicht reliëftuin
In het voorjaar van 2015 ben ik op verzoek van Tuinman in Park Spoorzicht begonnen met het kappen van bomen om een open plek te maken voor de aanleg van een vijver. Het extra invallende licht moet zorgen voor meer biodiversiteit. Tevens hopen we het park aantrekkelijker te maken voor het publiek. Spoorzicht wordt permanent in haar bestaan bedreigd en dus willen we publieke steun werven.
De grond van het graafwerk werd gebruikt voor de aanleg van reliëf en het hout voor allerlei groene elementen zoals houtstapels, takkenrillen en heuvelbedden zodat er veel randen en microklimaten ontstaan.
Ondertussen staat Tuinman ook niet stil en werkt aan de paadjes en met behulp van jongeren maakt hij een Hügelbed gevuld met stammen. Ook plant hij hier en daar wat vaste planten zoals Moerasspirea, Kalmoes en Kattestaart.
Dit voorjaar is het tijd voor kapronde twee en het uitbreiden van de vijver. Ik zaag een extra strook vrij voor lichtinval van de late zon. Het gezaagde materiaal en de grond zorgt weer voor een nieuwe houtstapel en extra heuveltjes.
Als ik vandaag met Strootje weer eens ga kijken en nog wat graven staat alles er groen en vol bij. De vijver ligt vol stammetjes van spelende kinderen dus die ga ik maar even onderspitten op een houtstapel.
We genieten van het geheel. “Het lijkt wel een oerbos”, zegt een vriend van Tuinman.
wordt vervolgt…
De natuur behagen
De afgelopen jaren heeft Wildplukker zich gestort op het schrijven van een boek. Het is een boek geworden voor tuinliefhebbers die de natuur willen ‘behagen’. Er zijn al vele boekjes op de markt over hoe je dieren kunt helpen in je tuin en hoe je een select gezelschap aan populaire wezens kunt bijvoeren door het jaar heen.
Ook kun je nestkasten aanschaffen voor een select gezelschap vogels en zijn er massaal kabouterwoningen voor insekten te koop voor prijzen waar je U of BAH tegen zegt.
Wildplukker vindt dat het nog lang niet ver genoeg gaat.
Natuur helpen is één, natuur bouwen is een volgende tweede stap. Wie zijn tuin vult met een weldadige overvloed aan infrastructuur en biomassa maakt vanzelf een leefomgeving waar van alles zich prima kan redden en een uitgebreid voedselweb gaat vormen. (Zie ook Biomassaal 1 en Biomassaal 2.)
Het boekje zal, als de financiën het toelaten, in het najaar worden uitgebracht en zal bestaan uit ongeveer 150 pagina’s tips, ideeën en achtergronden én veel kleurenfoto’s en kunstplaten. Binnenkort meer hierover. Hier alvast een klein voorproefje van het binnenwerk:
Staketsel met Rubberen Rekkies
Niet lang geleden had ik het idee om elastiekjes gemaakt van oude binnenbanden op de markt te brengen. Het idee hierbij is dat het ouderwetse rubber van banden veel langer meegaat dan die moderne elastiekjes die na twee jaar verdrogen en breken. Bovendien is het een leuke manier om die oude banden te hergebruiken. Het plan is min of meer afgeblazen omdat het knippen nogal veel werk is, en de marketing nog meer. De kans dat ik er wat aan kan verdienen lijkt erg klein (bestellen kan altijd!!!). Ik heb zelfs de etiketten voor de verpakking ontworpen.
Maar daar wilde ik het nu eigenlijk niet over hebben. Wat vooral leuk is, is dat ik Rubberen Rekkies al jaren gebruik voor van alles en nog wat. Zo heb ik vorig jaar een staketsel gemaakt voor mijn Doornloze braam en Klimroos zodat ze lekker kunnen klimmen en ik diverse scheuten makkelijk kan vastzetten… met een Rubberen Rekkie.
Het principe van de bouw is steeds simpel. Ik zoek vier lange staken en knip de zijtakken kort maar niet helemaal af. Zo hou ik takjes over om elastiekjes aan vast te maken. Deze bundel van staken (drie of vijf kan ook) verbind ik onder de top, door er een stuk binnenfietsband omheen te knopen.
Daarna knip ik kortere takken op dezelfde manier die ik kris-kras aan deze staken verbind, zodat het geheel sterk en stabiel wordt.
De voordelen ten opzichte van reguliere oplossingen zijn legio. Het is gratis, snel, makkelijk aanpasbaar en makkelijk te repareren en uit te breiden.
De laatste telg heb ik gemaakt voor de Kampoerfoelie op de takkenpoortril die in de brandnetels begint te klimmen en wel wat extra klimhoogte en -volume kan gebruiken.
FILMPJE:
Get the Flash Player to see this player.
Malle moer
Op een dag, de dag voor de langste dag, ziet Timmerman een zwerm honingbijen in de Kersenboom hangen. We kijken met z’n allen gefascineerd naar de regelmatige klont bijen die als één wezen een prachtige sculptuur vormen. Waar komen ze vandaan? De oorspronkelijke kolonie kan hier niet ver vandaan zijn maar we zouden nergens een bijenkast weten in de buurt. Is het een wilde zwerm ergens op het terrein? We weten het niet.
Terwijl we staan te kijken begint het te regenenen. Wat een timing om te gaan zwermen!?!?
Het blijft regenen en de bijen hangen zielig nat samengekropen als een glinsterende doch treurige discobal aan dezelfde tak. Wel wordt er tussen de buien door uitgevlogen. We hopen dat de verkenners snel een goeie woonruimte vinden want het ‘zwermen’ duurt wel erg lang.
Twee dagen later, de dag na de langste dag, knapt het weer eindelijk op. We kijken hoe het met de zwerm gaat… er is een ramp gebeurd lijkt het. Het grootste deel van de zwerm ligt nu onder de boom in het gras. Zijn ze gevallen of aangevallen? Heeft een vogel vanaf de tak een smakelijke duik in de bijenbal genomen?
We hebben geen van allen veel verstand van bijen maar dit lijkt toch geen zinnige procedure. Leeft de moer of koningin nog wel? Is de moer een beetje mal geworden? Zijn ze allemaal aangetast door iets?
Er hangt nog een restant van de bal in de boom, dat van banaanformaat afneemt tot een klein draadje.
Tenslotte hebben alle bijen hun toevlucht genomen in het gras, bovenop een grote radijzenstengel die Wildplukker eerder heeft laten liggen (ofwel chop-’n-drop-mulch). Nestelen in de bodem doen ze toch niet in ons klimaat?
De dagen daarna gaat het weer vaker regenen en Wildplukker kan het niet meer aanzien. Ik heb ooit enkele malen geluisterd naar een aantal geweldige podcasts over natuurlijk bijenhouden en deze beluister ik nogmaals om een beetje wijzer te worden (Reverence for Bees part 1 >>).
Maar er komt nogal wat bij kijken allemaal en daar heb ik de middelen en de tijd nu niet voor. Dan toch maar improviseren.
Allereerst plaats ik een wijnkistje over de berg zodat de zwerm droog blijft.
Pierre du Moulin stelt voor om een schoteltje honing neer te zetten en dat lijkt ons een goed idee. Ze zullen wel honger hebben.
Daarna timmer ik provisorisch een bijenkast in elkaar en zet deze op een kruk naast de zwerm. Met een binnenruimte van 60 liter kunnen ze vooruit. Ik maak zelfs een paar ramen zodat ze wat extra steun hebben voor de bouw van raten. Na het in elkaar zetten blijkt de ‘bee space’, de ideale bewegingsruimte voor bijen, nogal variabel maar ze moeten het zelf maar op smaak maken.
Nu maar hopen dat het nog wat wordt met deze gevallen kolonie.
Wordt vervolgd?…
FILMPJE:
Get the Flash Player to see this player.
Wildplukker bestaat 10 jaar!
Wildplukker heeft de laatste jaren andere wildpaden bewandeld en de weblog verwaarloosd. Ziekte, het schrijven van een boek en het werken in Frankrijk heeft hem beziggehouden.
Is het tienjarig bestaan geen goed moment voor een hernieuwde start wellicht? Ik heb nog diverse artikelen in archief die nooit geplaatst zijn en er dient zich altijd weer nieuws aan. Binnenkort meer!
Worm met afstandsbediening
Op een ochtend, als Wildplukker nog slaapt, heeft Strootje een ontmoeting met een vreemd wezen. Het is een dunne witte ‘draad’ van zo’n 15 cm lang dat door het kippengaas kronkelt. Gelukkig maakte ze een filmpje.
Na enig speurwerk lijkt het te gaan om de worm Spinochordodes tellinii, een zogenaamde Paardehaarworm, of in ieder geval een verwant daarvan. Deze worm legt zijn eitjes langs de oever in de hoop dat ze opgegeten worden door een krekel of sprinkhaan. Eenmaal in de gastheer ontwikkelt het eitje zich tot een volledige worm. Is de worm geslachtsrijp dan maakt het gebruik van chemische manipulatie om de hersenen van de krekel te besturen. Hij laat de gastheer richting oever lopen om hem vervolgens in het water te laten springen!
Wat deze worm kruipend op het kippengaas doet, blijft een raadsel. Misschien zat een vogel in de pruimenboom erboven een krekel te verorberen en wist de worm nog net te ontsnappen.
FILMPJE:
Get the Flash Player to see this player.
Wie wil nagruwelen kan dit filmpje op YouTube bekijken >>
Biomassaal 2
In de ‘Supermarkt des Natuurs’ is alles gratis. Niet alles is altijd voorradig en de schappen raken steeds leger en het assortiment wordt snel schraler. Waar in Frankrijk echter nog geen gebrek aan is, is dood hout in de bossen. Bij gelegenheid wordt alles ‘gefatsoeneerd’ als het in de weg staat bij het kappen en sleuren. Ook het kappen zelf gaat gepaard met veel machinaal geweld en na afloop is een mooi ‘verwaarloosd’ bosje achter de beek opeens een sloperij.
Mest, stro en houtsnippers zijn weliswaar ‘groen goud’ maar voor het echte bouwen en maken van textuur en reliëf in het landschap zijn stammen en takken ideaal. Ze blijven bij het hoog opstapelen wel tientallen jaren in gebruik als megasteden voor de natuur. Een moot eiken ter grootte van een kwart kuub stook je weg in twee avonden maar in een houtstapel gaat ie wel een eeuw mee en geeft in die tijd onderdak aan honderdduizenden insecten en andere wezens en er groeien tienduizenden mossen, planten en paddenstoelen op!
Met behulp van kruiwagen en achterbak heeft Wildplukker de afgelopen jaren rond de 60 kuub hout van kapvlakte en uit bos gesleept, waarvan hier getuige.
Biomassaal 1
In navolging van vorig jaar hebben we dit jaar in overtreffende trap tien ton mest en 180 strobalen besteld en weer vele aanhangers met houtsnippers gehaald. Misschien is het voor de laatste keer, want de natuur op het terrein zal de organische stof dan zelf voldoende gaan leveren. Waarschijnlijk blijven we ons wel bezondigen aan de strobalen want als speelgoed is het veel te leuk.
Waarom al die hoeveelheden?
Bij aankomst was het terrein een harde uitgedroogde kleiplaat met wat gras en wilde planten, ingeklonken en kaalgevreten door de schapen. Er was daardoor een groot gebrek aan organische stof en leefruimte voor allerlei dieren… een schrale start voor een ecologisch beheer. Het idee is dat een grote hoeveelheid biomassa vrij snel wordt omgezet in LEVEN!… en dat in allerlei vormen. Een ton mest levert op den duur een ton wormen en het evendeel aan andere levensvormen op. De stro is een Mekka voor alles. Ze worden vrijwel direct overgenomen door paddenstoelen.
Bovendien levert het samen met andere ingrepen inmiddels (naar schatting) een vertienvoudiging van het aantal muizen op. Deze vreten jammer genoeg wel de moestuin leeg maar daarover wellicht een andere keer. Over het gunstige effect van stro en compost op de ringslangen schreef ik al eerder. De basis van het voedselweb is gelegd… laat de roofdieren maar komen!
Egelpiepshow
Na jaren wachten hebben de egels eindelijk jongen op het terrein. Na al het aanleggen van groene elementen moet het hier toch een paradijs voor egels zijn. Het bleef echter lang mager: in 2012 de drie eerste waarnemingen en in 2013 bezoekt een egel maar liefst 11 keer ons terrein. Het is een mooie toename maar we willen graag dat ze hier blijvend aanwezig zijn.
Dan is het eindelijk zover. Het maandenlange gerommel in de spouwmuur in de schuur blijkt niet van ratten te komen maar van een nest egels. We zien er drie rondscharrelen. Mijn geliefde - Strootje - is kort geleden gearriveerd en is ook zeer verheugd, evenals Timmerman. We hebben geen van allen eerder zulke jonge egeltjes gezien.
De volgende dag treffen we er één aan in mijn houtopslag. Deze lijkt wel erg verdwaald, zo jong nog en al 50 meter gelopen?! Hij ziet er wat vermagerd uit. Is er wel een moeder in de buurt? En weet hij de weg terug wel te vinden? Ik geef hem wat kattenvoer, want ik weet dat ze daar gek op zijn en ik heb nog genoeg over van Vos jr. die hem vorig jaar gesmeerd is. Het jong duikt er bovenop.
Niet lang daarna zien Strootje en ik er steeds meer… totaal wel vijf! Het is een tweede nest. Ze hebben een plekje in de houtopslag onder de stro. Ze piepen af en toe heel hard maar waarom weten we niet. Na een dag of wat houden ze er mee op. Ze zijn te vroeg door hun moeder verlaten en amper gespeend en misschien een beetje bang. Strootje heeft ze inmiddels Piep 1 t/m 5 gedoopt.
Eentje heeft het duidelijk moeilijk en sterft de derde dag, liggend in het zonnetje. We zijn er al zo aan gehecht dat we hem een waardige begravenis geven.
De rest hangt dagenlang rond de caravan en ze gedragen zich steeds meer als makke huisdieren. Strootje heeft het er de hele dag druk mee. De tekst “Hé Piep” wordt voortdurend door ons gebezigd. Ze scharrelen over je voeten heen en kruipen onder je stoel. Het is de hele dag opletten geblazen waar ze lopen.
Gedurende de week gaan ze steeds verder weg en blijven langer de hort op… we zien ze steeds minder. Iedere avond verzamelen ze zich nog steeds, eten wat, drinken keurig wat water uit een door ons geplaatste melkflesdop en verdwijnen daarna in hun holletje in de houtopslag.
Tenslotte moeten we weg en laten ze met pijn in het hart achter…
Heuvelbedden 2 - Hügelkultur
Deze winter ga ik verder met de heuvelbedden op de brandnetelbult >>. Afgelopen november heb ik al de rest van de bult achter het muurtje aangepakt.
Door ze flink te vullen met organisch materiaal hoop ik dat het vruchtbare bedden worden met een goede structuur die nog jarenlang voeding krijgen van de vulling. Dat is het idee van de Hügelkultur of gewoon Heuvelcultuur. De moderne populaire Sepp-Holzer-versie is met stammen gevuld maar dat is maar een variant.
Voor mijn vertrek naar Nederland heb ik de andere kant van de Komkommerkom alvast voorzien van voedsel voor mijn winter-werk-volk: woelmuizen. Een deksel erop en ze kunnen beschut de boel alvast gaan omspitten.
Bij terugkomst hebben ze hun werk aardig gedaan! Ik laat ze nog maar even doorgaan.
De heuvelbeddenomgeving wil ik volledig in cultuur brengen. Het is niets anders dan brandnetel overal en het zit vol met troep! Ik kom overal plastic strobalendraad tegen dus ik vermoed dat de boer hier vroeger een afvalbult had.
Ik wil experimenteren met een gemengd landschap waar voedsel verbouwen en ecologische ontwikkeling samengaan. Ik sleep daarom enorme hoeveelheden takken van de kapvlakte over de beek en graaf diverse paden en werp heuvels op. Zo hoop ik een beschut mini-voedselbosje te maken met veel verschillende microklimaten. Ik wil over een paar jaar een gezonde bodem met een rijk voedselweb hebben want ik heb ontdekt dat op 30 cm diepte overal een ondoordringbare kleiplaat ligt. Als ik dat had geweten dan had ik eerst alles beter kunnen ploegen tot 60 cm diepte.
Maar ja… een ploeg heb ik toch niet dus wordt het graven en mulchen.
Het is mistig en alles ziet er inmiddels sfeervol uit..
Honger maakt rauwe bonen smakeloos
Helaas zijn veel bonen giftig als je ze rauw eet. Toch smaken ze heerlijk sappig en zoet, vooral peultjes en sugarsnaps. De oorsprong van het gezegde ‘honger maakt rauwe bonen zoet’ is mij een raadsel want ze zijn juist rauw heerlijk zoet… als je erge honger zou hebben dan prop je ze waarschijnlijk achteloos naar binnen en ontgaat je de delicate smaak.
Op mijn balkon staan de tweede ronde doperwten in bloei… de eerste peulen hangen er ook al aan. Ik moet me bedwingen om ze niet rauw op te eten…
Ringslangen warm ontvangen
Dit voorjaar ben ik gaan experimenteren met heet composteren. Een goed opgezette composthoop kan van binnen wel 60 graden heet worden. Dan worden alle onkruidzaden gekookt en krijg je mooie ’schone’ compost.
In april valt dat niet mee na de koude winter, De eerste hoop komt niet verder dan 33 graden. Een natte baal stro wordt in de zelfde tijd nota bene uit zichzelf al 35 graden.
In juni werd het eindelijk warmer weer. Ik heb bij een boer 120 balen stro en 6 kuub koeienmest besteld voor veelal nog onbekende doeleinden en ik kan het goed gebruiken om wat composthopen op te zetten.
Composthoop nr. 7 wordt opgezet achter mijn caravan. Binnen een week loopt de temperatuur op tot 56 graden! Eindelijk geslaagd! Nog een paar keer omzetten en ik zal na een maand eindelijk goeie compost hebben.
Als ik na enkele weken het zeil er aftrek ligt er opeens een dikke slang opgerold in het luchtgat. Mijn geslaagde composthoop is gekraakt! Ik kan niets anders doen dan de situatie accepteren want wegjagen is geen optie. Ik ben benieuwd of ze blijft en eieren legt.
Als ik in Nederland ben krijg ik de melding van Pierre dat er eieren in de hoop liggen. Begin juli ben ik er weer, en ja, een hele kluwen langwerpige eieren vult het gat.
In augustus zijn we er weer voor wat langere tijd. De eieren zijn nog steeds niet uitgekomen. Wordt het nog wat?
Na twee weken is het eindelijk zover: een slangetje kruipt bovenop de eieren. Na een week zijn er nog een paar bijgekomen… maar het lijkt toch wat mager.
Nu, half september, ben ik er even kort en kijk ik hoe het er mee staat. Pierre en Timmerman zijn er bij als ik de doeken weer optil: JA… een hele kluwen slangen staart ons aan! Het zijn er zeker wel zo’n twintig! Compostproject geslaagd. We heten ze warm welkom!
Heuvelbedden 1 - Komkommerkom
Midden op het terrein ligt een met brandnetel overwoekerde bult van klei en steengruis. Het is slechte grond en niets wil er groeien.
Tijd om het aan te pakken en er wat leuke heuvelbedden van te maken.
Ik maak een padenpatroon door te graven en de zware klei op delen van de heuvel te gooien waar al wat karton op ligt. Ik hoop dat onder het karton de brandnetels doodsmoren. Tussendoor strooi ik laagjes stro.
Met wat oude bakstenen maak ik een kommetje waar ik warmteminnende planten kan neerzetten zoals tomaat en komkommer. Ik heb zaad van een leuke witte komkommer gekocht. Het is juni en de voorgezaaide planten moeten nodig de grond in.
Na twee maanden staat de komkommer er goed bij. Er verschijnen steeds meer bloemen. Het lijkt wel een minipompoen!
En nu zijn de eerste komkommers al klaar.
Zomeroogst
Dit jaar ben ik voor het eerst serieus begonnen met de moestuin. Helaas valt dat niet mee op zware klei, zeker als je steeds weer weg bent. De slakken waren dit jaar een ware plaag… maar toch hebben we de afgelopen maanden lekker uit de tuin kunnen eten.
En bovendien is het nog lang niet afgelopen…
Kuipvijver 1
Een vijver aanleggen in de tuin is een hoop gedoe. Met al dat plastic in de grond… wel of niet doen?
Wildplukker zoekt nog naar een methode om natuurlijke vijvers waterdicht te maken maar tot nu toe heeft hij maar één afdoende methode ontdekt: er eerst een jaar lang varkens in laten badderen.
Toch wel wat veel gevraagd. Dus eerst maar aan de slag met de makkelijkste vijver van alle vijvers: de KUIPVIJVER.
De aanleg is makkelijk. Je graaft een kuil, doet de cementkuip er in en klaar. Als het regent loopt ie vanzelf vol, plantenzaden, libellen en kevers waaien vanzelf aan en kikkers ruiken het op afstand….
Iets meer aandacht geeft echter een veel beter resultaat. De grond uit het gat kun je gebruiken om de rand van het vijvertje vorm te geven. Als je het gat groter maakt dan nodig is en de restruimte eerst opvult met hout dan krijg je door de rotting nog lange tijd extra warmte en daarna hou je nog heel lang een vochtvasthoudende houtpulp over die interessant is voor allerlei dieren, planten en schimmels. Door er nog meer hout omheen te plaatsen verstop je de rand en lijkt het wat natuurlijker en krijg je een vochtig milieu rondom de kuipvijver.
Wat stenen, zand en wilgentakken er in die kunnen uitlopen en wat oeverplanten en de kuipvijver is klaar!
Bramenwonder
Wonder boven wonder blijkt de Doornloze braam die ik ruim twee jaar geleden gekregen heb van Uitgever en die ik in de zomer van 2010 geplant heb nog steeds te leven en zelfs twee prachtige scheuten gemaakt te hebben. Ook een tweede van de totaal vier blijkt nog een takje te hebben! Vorig voorjaar hadden we het al opgegeven toen de laatste kwijnende takjes van 2011 de winter al niet heelhuids overleefden.
’s Avonds ga ik een rondje over het terrein maken. Pierre du Moulin komt ook even kijken en ik lok hem mee onder het mom ‘Er is een wonder geschiedt!’ naar de Doornloze bramen. Hij is onder de indruk. Bij hem stond er ook ooit één dus we gaan zoeken of die ook herrezen is… maar vinden niets.
Een dag later meldt hij dat hij dat hij toch wat gevonden heeft. We zijn ‘voorlopig’ weer drie Doornloze bramen rijker!
Ik geef ze flink wat tuinaarde en wat houtsnippers, en doe er bij nummer twee meteen wat Klimop en een baby-Esje bij.
Vos Junior
Als ik weer terugkom in Frankrijk ben ik heel benieuwd of moeder en haar drie jongen het goed maken. De gastencaravan is komende week zowel van binnen als vanonder bezet door drie kinderen, want het gezin van Bloem en Carloman zijn ook mee. Bij aankomst zien we maar twee jongen, maar die andere zal wel achter of onder zijn moeder liggen.
Na zorgvuldige inspectie de volgende dag blijkt het witte jong met de zwarte vlekken echt te ontbreken… er zijn er nog maar twee over.
Een dag voor mijn vriendengezin vertrekt is Ma Vos vertrokken met kitten 2 en heeft het zwart-witte jong achtergelaten. Het is een herhaling van vorig jaar toen Vos ook al achtergelaten werd!
Na een dag is moeder nog steeds spoorloos en ik neem Vos junior maar onder mijn hoede bij mijn caravan. Ondertussen zoeken Timmerman en ik naar de nieuwe stek van Ma en kind. We zien moeder echter dagenlang niet meer en vinden nergens het andere jong.
Het lijkt er op dat we deze keer echt opgescheept zitten met een katje. Ik doop hem Vos Junior omdat het in alle opzichten een deja-vu van zijn vader is. Hij heeft iets meer wit maar hetzelfde zwarte maskertje.
Vos Junior voelt zich al snel volledig thuis: hij slaapt ’s nachts in een tas met vuil wasgoed en hangt overdag een beetje rond op zes vierkante meter voor mijn caravandeur en is tevreden met de kachel naast hem waar ik ’s avonds een flink blok voor de nacht op gooi. Hij blijkt alleen maar vloeibaar voedsel gewend te zijn en is de eerste dagen steeds op zoek naar een speen. Zijn eten zuigt ie op. Sterker nog… hij begraaft zich er in. Als ik hem brokjes in gelei geef zuigt ie alleen de gelei op en laat de brokjes liggen en smeert zich helemaal onder. Bah!
Maar na een paar dagen weet ik voedsel te maken met de juiste consistentie en blijkt ie zichzelf ook al te kunnen wassen. Hij hoort al snel bij de dagelijkse routine.
Zie filmpje van de eerste week >>
Vier, vijf, zes dagen gaan voorbij en alleen Vos senior komt ’s avonds langs op zijn route langs onze caravans op zoek naar etensresten en vieze borden. Als hij op een avond geconfronteerd wordt met zijn zoon, die ligt te slapen, gaat hij er angstig snel vandoor. De avond daarop heeft Vos jr hem in de gaten en zet zijn rug op en begint tegen hem te blazen. Senior weet niet hoe snel hij zich uit de voeten moet maken… de schijtert!
De avonden daarna lijken ze elkaar te tolereren en negeren elkaar verder.
Op een avond, acht dagen na hun vertrek, zitten moeder en jong 2 opeens weer onder de gastencaravan. Probleem opgelost!?!?
Ik hoop dat ze Vos jr. niet vergeten is en ik zet hem weer bij het stel. Moeder reageert alsof het de gewoonste zaak van de wereld is en ik laat ze verder met rust.
Als ik de volgende dag kom kijken is jong 2 er wel, moeder niet. Vos jr. heeft zich tegen zijn broer/zus genesteld. De twee komen direct te voorschijn en na wat angstvallig toekijken durft ook jong 2 met me te spelen.
Laat in de middag neem ik nog een kijkje… maar moeder en jong zijn vertrokken. Vos junior ligt in een trui voor de caravan te slapen en heeft het vertrek blijkbaar gemist. ’s Avonds laat haal ik hem maar weer op voor de nacht. De herenigingspoging lijkt mislukt!
Enkele dagen later vertrek ik naar Nederland en ik besluit hem maar tijdelijk mee te nemen bij gebrek aan een betere oplossing. Vos Junior gaat naar de grote stad!
Wordt vervolgd…
Vos is een kater
In het vroege voorjaar zien we dat in de schemer de moederkat die hier altijd rondzwerft bij ons hek door een vreemde kater gedekt wordt. Als de kater zijn hoofd naar ons keert herken ik hem meteen aan zijn Zorro-masker: het is Vos! (Zie ook Vos)
We zijn verbaasd dat hij als kleinste van vier kittens de winter overleeft heeft en nog meer verbaasd dat hij uitgegroeid is tot een volwaardige kater.
Dat hij voor onze deur incest met zijn moeder pleegt vinden we wat minder maar dat is in de wilde natuur heel gewoon.
Daarna zien we hem lang niet meer tot hij opeens opduikt terwijl Mary Shelley en ik bij een vuurtje voor mijn caravan zitten. Hij gluurt vanachter de buitenkachel en loopt wat schichtig rond. Hij is niet verder dan twee meter van ons vandaan maar gaat er toch weer snel vandoor. We zien hem af en toe ergens op het terrein banjeren en één keer zie ik hem verschrikt vanonder mijn caravan wegschieten en via het ‘kattenluikje’ in de takkenril door het hek naar buiten het terrein vluchten.
Tot op een avond wanneer ik met Pierre du Moulin bij mijn buitenkacheltje zit te kletsen. Vos duikt op en voor we erg in hebben is hij brutaal het bord onder de lege stoel van Timmerman aan het schoonlikken… op nog geen meter afstand. Ik schuif mijn bord ook naar hem toe, iets voorbij mijn rechtervoet, en ook die likt hij meteen schoon. Pierre staat op het punt om weg te gaan en als hij opstaat vlucht Vos direct uit het zicht.
Maar een half uur later verschijnt hij opeens links van me vanonder de caravan … binnen handbereik. Ik had al wat reepjes droge worst gehaald en ik voer hem twee reepjes door ze voor zijn neus te gooien. Het derde reepje hou ik in mijn hand en ja… al schokkend komt hij er op af en grist het uit mijn hand om meteen ermee onder de caravan te duiken.
Dit herhaalt zich enkele keren en tenslotte zet hij zelfs zijn voorpoten op mijn been om de worst tussen mijn vingers te pakken. Als er een onweersbui losbarst vlucht hij weer snel… niet onder mijn veilige caravan maar het terrein op.
De dagen erna zien we hem vaker. Hij ligt te dutten op de takkenril bij de moestuin en hij komt zelfs even bij Timmerman langs als we daar zitten te eten. We bieden onze net leeggegeten etensborden aan die hij meteen schoonlikt… maar dichterbij dan 3 meter komt hij niet en bij iedere beweging van ons vlucht hij weer tien meter.
Even daarvoor al zat Ma Vos op de takkenril achter mijn caravan te dutten. Zij is altijd heel schuw en komt nooit dichterbij dan twintig meter. Deze keer lijkt ze brutaal te blijven liggen als ik mijn caravan nader en ik laat haar maar met rust. Van dichtbij lijkt ze anders… is het een ander jong van vorig jaar? Eén roofdier is leuk op ons terrein maar twee of drie… laat staan als mijn caravan een kattenhonk wordt! Daar zit ik met mijn allergie al helemaal niet op te wachten!
De week erna komt Vos iedere avond langs… bij mij of, als we eten op het terras van timmerman, bij hem. Vos maakt er zelfs een vast rondje van en likt bij aankomst alle huisraad schoon dat in aanraking is geweest met eten.
Enkele dagen geleden horen we gepiep bij de gastencaravan. We gaan kijken en ja hoor… drie kittens in het hooi onder de caravan! Moeder is al bevallen! Dit wordt de start van een hele dynastie op Sévricourt!
Eén kitten lijkt duidelijk op Vos, zijn vader/broer, met veel zwart in zijn vacht en wat wit. Nummer twee lijkt meer op zijn moeder met veel wit. Nummer drie is veelkleuriger, die lijkt op zijn opa… moeders’ lover van vorig jaar.
Wordt zeker vervolgd…
Hazelworm
Als ik een dekzeiltje weghaal in mijn moestuin verstoor ik een dikke opgerolde Hazelworm. Even later gaat de pootloze hagedis er snel vandoor….
winterkleuren
Kleurrijke gasten rond mijn vogelvoederplek fleuren de sombere dagen op…
…en eten in twee weken al mijn vetbollen op. Noodgedwongen maak ik een zonnepitvoederfles.